Type:
In hoofdstuk 1 maken studenten kennis met zorgtechnologische middelen. Er wordt toegelicht welke categorieën middelen er zijn en hoe deze worden ingezet. Daarnaast verdiepen studenten zich in gesprekstechnieken. Vervolgens gaan ze in gesprek met een (fictieve) cliënt en brengen ze in kaart welk zorgtechnologisch middel deze nodig heeft, rekening houdend met wensen en behoeften van de cliënt.
In hoofdstuk 2 maken studenten kennis met ethiek, en de dilemma’s die je tegen kunt komen in de zorg. Ze gaan opnieuw een zorgtechnologisch middel inzetten, ditmaal bij een cliënt in de praktijk. Dit doen ze in tweetallen. Aan het einde van het hoofdstuk geven niveau 3 studenten een voorlichting over het middel aan hun klas, en niveau 4 studenten aan medewerkers van de instelling.
In hoofdstuk 3 gaan studenten nogmaals een zorg technologisch middel inzetten in de praktijk. Ditmaal doen ze dat volledig zelfstandig. Aan het einde van het hoofdstuk wordt er een presentatie met voorlichting en advies over het middel gegeven aan de medewerkers van de instelling.
In het laatste hoofdstuk ligt de focus op wat een middel innovatief maakt en hoe mensen omgaan met innovatie.
D1-K1: Bijdragen aan een deskundige inzet van technologische hulpmiddelen
Ben je als coach geïnteresseerd in keuzedelen gerelateerd aan ‘Zorginnovaties en technologie’? Bekijk dan eens de volgende keuzedelen:
Heb je een vraag, idee
of wil je gewoon even
sparren? We denken graag
met je mee!
