Het keuzedeel is opgebouwd rondom thema’s die nauw aansluiten bij de dagelijkse praktijk in de BSO.
Studenten leren over de verschillende ontwikkelingsfasen: jonge kleuter, kleuter en jong schoolkind. Ook het ‘scharnierpunt’ rond het zevende jaar komt aan bod. Ze krijgen inzicht in neurologische en psychologische ontwikkeling, met nadruk op morele en cognitieve groei.
Observeren is essentieel om kinderen goed te begeleiden. Studenten leren observatiegegevens verzamelen, analyseren en bespreken met collega’s en leerkrachten. Op basis daarvan nemen ze beslissingen over aanpak en activiteiten.
Studenten ontwikkelen activiteiten die bijdragen aan de brede ontwikkeling van kinderen. Hierbij gaat het om creativiteit, 21e-eeuwse vaardigheden (zoals samenwerken, onderzoeken en ontwerpen), STEAM (Science, Technology, Engineering, Arts en Math) en gezonde leefstijl. Ze leren hoe ze spelenderwijs burgerschapszin en morele ontwikkeling kunnen stimuleren.
Studenten leren hoe ze aansluiten bij de interesses en leefwereld van kinderen. Ze betrekken kinderen actief, zetten hun eigen talenten in en houden rekening met genderdiversiteit. Ook leren zij hoe ze een veilig en inclusief klimaat scheppen, waarin ieder kind zichzelf kan zijn.
Naast het werken met kinderen leren studenten hun rol als mentor kennen. Ze worden aanspreekpunt en vertrouwenspersoon, en leren gesprekken voeren die bijdragen aan verwondering en experimenteren. Ook oefenen zij met het uitleggen en bespreekbaar maken van de waarde van de BSO richting ouders en omgeving.
Ben je ook benieuwd naar andere keuzedelen die aansluiten bij het begeleiden en ontwikkelen van kinderen? Ontdek deze gerelateerde programma’s binnen All You Can Learn:
Heb je een vraag, idee
of wil je gewoon even
sparren? We denken graag
met je mee!